De Rode Duivels live toejuichen op het EK 2024?
Ontdek alle matchen van België!

Gele en rode kaarten

In het voetbal kun je als speler of staflid op twee manieren bestraft worden. Met een gele en een rode kaart. Een gele kaart geldt als een flinke waarschuwing, terwijl je bij een rode kaart direct het veld af moet. Je kunt zowel direct een rode kaart krijgen als na twee gele kaarten. In dit artikel lees je in welke situatie je welke kaart krijgt.

De geschiedenis van de gele en rode kaart

Op het WK in 1970 werd pas voor het eerst gebruikgemaakt van gele en rode kaarten. Vóór deze uitvinding ontspoorde voetbalwedstrijden regelmatig in ware slagvelden. Wat te denken van ‘de Slag om Santiago’ op het WK in 1962. Gastland Chili speelde volgens velen de hardste wedstrijd ooit tegen Italië. De wedstrijd was één grote ordinaire schoppartij. De scheidsrechter van die wedstrijd was de Engelsman Ken Aston; de man die later de gele en rode kaart bedacht.

Terwijl Aston met zijn auto voor het stoplicht stond, bedacht hij het idee voor gele en rode kaarten. Het zou duidelijke overtredingen aangeven en iedereen weet op die manier waar hij aan toe is. Zo’n acht jaar later werd de regel ingevoerd. Nog steeds zijn de gele en rode kaart zeer effectieve middelen om schoppartijen te voorkomen.

Regels voor een gele kaart

De gele kaart wordt ingezet als serieuze waarschuwing. Spelers mogen na het ontvangen van een gele kaart wel op het veld blijven, maar als ze nogmaals een geelwaardige overtreding begaan moeten ze het veld verlaten.

Dit zijn de overtredingen die tot geel leiden:

  • onsportief gedrag; bijvoorbeeld een bal wegschoppen bij een dood spelmoment, vragen om een gele kaart voor de tegenstander of na een doelpunt overdreven juichen voor de ogen van een tegenstander.
  • intimiderende woorden of schelden naar de scheidsrechter.Gele kaart_voetbal
  • onvoldoende afstand nemen bij een vrije trap.
  • vertragen van een spelhervatting.
  • het belemmeren van een spelhervatting.
  • opzettelijk de bal met de hand raken (hands).
  • voortijdig het spel verlaten, zonder toestemming van de scheidsrechter.
  • het veld betreden en meedoen, zonder toestemming van de scheidsrechter.
  • door woord en/of gebaar laten merken dat je het oneens bent met de scheidsrechter; bijvoorbeeld wegwerpgebaren.
  • alle vormen van spelbederf; bijvoorbeeld een schwalbe of tijdrekken.
  • het vasthouden van de tegenstander.
  • het ongeoorloofd ten val brengen van de tegenstander.
  • het wegduwen van de tegenstander.
  • ruw spel; bijvoorbeeld een kiezelharde beuk met de schouder waaruit blijkt dat de speler alleen oog heeft om de man ten val te brengen in plaats van de bal te pakken.
  • gevaarlijk spel; bijvoorbeeld in plaats van een kopduel aan te gaan de bal proberen op te vangen met de voet.
  • andere kleine gewelddadige handelingen; bijvoorbeeld met de hoofden tegen elkaar aan staan of elkaar duwen tijdens een opstootje.
  • op een overdreven manier het VAR-gebaar maken.
  • het betreden van de VAR-ruimte.
  • je shirt uittrekken.

Wanneer je een x-aantal gele kaarten in een seizoen krijgt, loop je het risico geschorst te worden. In competities is de hoofdregel dat vijf keer geel een schorsing van één wedstrijd oplevert. Op toernooien – dus ook op het WK in Qatar – geldt dat twee gele kaarten genoeg is voor een schorsing. Na de kwartfinales op het WK vervallen alle gele kaarten. Bij het EK is dit vaak ook het geval.

Regels voor een rode kaart

Na het ontvangen van een rode kaart moet je als speler het veld direct verlaten. Vervolgens word je voor minimaal één wedstrijd geschorst, afhankelijk van de ernst van de overtreding. Dit wordt later beoordeeld door een tuchtcommissie. Je kunt zowel direct een rode kaart krijgen als na twee keer geel in één wedstrijd. In dit hoofdstuk lees je situaties waarin direct rood wordt gegeven.Rode kaart_voetbal

  • bedreigen van een speler of een van de officials.
  • het gebruik van grove taal of beledigend woorden tegen iemand anders dan de eigen medespelers.
  • protesteren gepaard met handtastelijke bewegingen naar officials.
  • het raak én niet raak trappen of slaan van de tegenstander of official.
  • het spuwen én niet raak spuwen van de tegenstander of official.
  • kopstoten, kniestoten en elleboogstoten. Ook pogingen zijn voldoende voor rood.
  • de bal in het gezicht duwen/gooien.
  • opzettelijk de bal met de hands spelen; bijvoorbeeld de bal zomaar oppakken of uit het doel slaan.
  • op onreglementaire wijze een scoringskans ontnemen.
  • gewelddadige handelingen.
  • elke vorm van ernstig gemeen spel tegen de tegenstander; bijvoorbeeld een harde tackel van achter of inkomen met gestrekt been.

Voor een overtreding op een doorgebroken speler geldt buiten de zestien meter een vrije trap en een rode kaart. Gebeurt het in de zestienmeter? Dan is het een gele kaart en een penalty. Voor de rest zijn veel situaties multi-interpretabel. Zo geeft de ene scheids rood voor een harde tackel, terwijl de andere scheids geel voldoende vindt.

Bijzondere situaties voor kaarten

Basisspelers en wisselspelers lopen niet alleen tijdens de wedstrijd kans op een gele of rode kaart. Ook na de wedstrijd mogen scheidsrechters kaarten trekken. Bijvoorbeeld als er een opstootje in de spelerstunnel ontstaat of een speler de scheidsrechter na het fluitsignaal uitscheldt.

Vanaf seizoen 2019/20 lopen naast spelers ook coaches en ander leidinggevend personeel het risico om een kaart te krijgen. Sterker nog: vanaf 2022/23 kunnen alle teamofficials die langs het veld zitten een directe rode kaart krijgen. De eerstvolgende wedstrijd mag deze persoon zijn of haar functie niet uitoefenen.

Bekijk alle blogs